In 2002 heeft de gemeente ‘hoge prioriteit’ gegeven aan een zo geheten ‘fietsvoorzieningenplan’ met 10 beleidspunten en 39 projecten, zoals fietsroutes, fietsstallingen en fietspaden. Vier jaar later en twee colleges verder blijkt uit een evaluatierapport slechts de helft van de beleidspunten en een kwart van de projecten te zijn uitgevoerd. Bovendien wordt vaak met ‘uitvoering’ het voornemen tot uitvoering bedoeld. Daardoor worden toch al slechte resultaten nog in een gunstig daglicht gesteld. ‘Zeer teleurstellend na vier jaar “prioriteit”,’ vindt GroenLinks.

Het college heeft de evaluatie van het Fietsvoorzieningenplan slechts ter inzage voor de raad gelegd. Van een gemeentebestuur dat een goed fietsbeleid voorstaat, mag je verwachten dat het zelf initiatief neemt om alsnog tot resultaten te komen. GroenLinks heeft daarom schriftelijke vragen gesteld die hopelijk wèl het College in beweging brengen.

Het aanpakken van onveilige situaties (zoals Prinsengracht/Marktstraat, Tipbrug en Ceintuurbaan/Eendrachtstraat) wordt volgens de evaluatie uitgesteld tot de uitvoering van andere plannen. Dat vindt GroenLinks verkeerd; ‘Als situaties onveilig zijn dan neem je desnoods voorlopige maatregelen. Nu blijven gevaarlijke situaties tot wel vier jaar bestaan.’

Bij grootschalige nieuwe projecten als het Vledder, de Kromme Elleboog, de Berggierslanden en de Nieuwveenselanden moet daarom van het begin af aan oog zijn voor het fietsverkeer. Ook ziet GroenLinks graag dat geschrapte maar belangrijke maatregelen en beleidspunten door het college worden heroverwogen.

In 2002 waren bewoners en organisaties zoals de Fietsersbond nog betrokken bij de planvorming. Er is toen een enquete gehouden waarbij het oordeel over de fietsvoorzieningen zeer negatief uitpakte. Nu vindt er nauwelijks overleg plaats. GroenLinks wil dat het college initiatief neemt om dit overleg weer op gang te krijgen.